Vervoeging van breien
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik brei
- jij breit
- hij/zij/het breit
- wij breien
- jullie breien
- zij breien
Onvoltooid verleden tijd
- ik breide
- jij breide
- hij/zij/het breide
- wij breiden
- jullie breiden
- zij breiden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebreid
- jij hebt gebreid
- hij/zij/het heeft gebreid
- wij hebben gebreid
- jullie hebben gebreid
- zij hebben gebreid
Voltooid verleden tijd
- ik had gebreid
- jij had gebreid
- hij/zij/het had gebreid
- wij hadden gebreid
- jullie hadden gebreid
- zij hadden gebreid
Toekomende tijd I
- ik zal breien
- jij zult breien
- hij/zij/het zal breien
- wij zullen breien
- jullie zullen breien
- zij zullen breien
Toekomende tijd II
- ik zal gebreid hebben
- jij zult gebreid hebben
- hij/zij/het zal gebreid hebben
- wij zullen gebreid hebben
- jullie zullen gebreid hebben
- zij zullen gebreid hebben
Conditionalis I
- ik zou breien
- jij zou breien
- hij/zij/het zou breien
- wij zouden breien
- jullie zouden breien
- zij zouden breien
Conditionalis II
- ik zou hebben gebreid
- jij zou hebben gebreid
- hij/zij/het zou hebben gebreid
- wij zouden hebben gebreid
- jullie zouden hebben gebreid
- zij zouden hebben gebreid
Imperatief
- jij brei
- jullie breit