Vervoeging van bronzen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik brons
- jij bronst
- hij/zij/het bronst
- wij bronzen
- jullie bronzen
- zij bronzen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bronsde
- jij bronsde
- hij/zij/het bronsde
- wij bronsden
- jullie bronsden
- zij bronsden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebronsd
- jij hebt gebronsd
- hij/zij/het heeft gebronsd
- wij hebben gebronsd
- jullie hebben gebronsd
- zij hebben gebronsd
Voltooid verleden tijd
- ik had gebronsd
- jij had gebronsd
- hij/zij/het had gebronsd
- wij hadden gebronsd
- jullie hadden gebronsd
- zij hadden gebronsd
Toekomende tijd I
- ik zal bronzen
- jij zult bronzen
- hij/zij/het zal bronzen
- wij zullen bronzen
- jullie zullen bronzen
- zij zullen bronzen
Toekomende tijd II
- ik zal gebronsd hebben
- jij zult gebronsd hebben
- hij/zij/het zal gebronsd hebben
- wij zullen gebronsd hebben
- jullie zullen gebronsd hebben
- zij zullen gebronsd hebben
Conditionalis I
- ik zou bronzen
- jij zou bronzen
- hij/zij/het zou bronzen
- wij zouden bronzen
- jullie zouden bronzen
- zij zouden bronzen
Conditionalis II
- ik zou hebben gebronsd
- jij zou hebben gebronsd
- hij/zij/het zou hebben gebronsd
- wij zouden hebben gebronsd
- jullie zouden hebben gebronsd
- zij zouden hebben gebronsd
Imperatief
- jij brons
- jullie bronst