Vervoeging van claimen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik claim
- jij claimt
- hij/zij/het claimt
- wij claimen
- jullie claimen
- zij claimen
Onvoltooid verleden tijd
- ik claimde
- jij claimde
- hij/zij/het claimde
- wij claimden
- jullie claimden
- zij claimden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geclaimd
- jij hebt geclaimd
- hij/zij/het heeft geclaimd
- wij hebben geclaimd
- jullie hebben geclaimd
- zij hebben geclaimd
Voltooid verleden tijd
- ik had geclaimd
- jij had geclaimd
- hij/zij/het had geclaimd
- wij hadden geclaimd
- jullie hadden geclaimd
- zij hadden geclaimd
Toekomende tijd I
- ik zal claimen
- jij zult claimen
- hij/zij/het zal claimen
- wij zullen claimen
- jullie zullen claimen
- zij zullen claimen
Toekomende tijd II
- ik zal geclaimd hebben
- jij zult geclaimd hebben
- hij/zij/het zal geclaimd hebben
- wij zullen geclaimd hebben
- jullie zullen geclaimd hebben
- zij zullen geclaimd hebben
Conditionalis I
- ik zou claimen
- jij zou claimen
- hij/zij/het zou claimen
- wij zouden claimen
- jullie zouden claimen
- zij zouden claimen
Conditionalis II
- ik zou hebben geclaimd
- jij zou hebben geclaimd
- hij/zij/het zou hebben geclaimd
- wij zouden hebben geclaimd
- jullie zouden hebben geclaimd
- zij zouden hebben geclaimd
Imperatief
- jij claim
- jullie claimt