Vervoeging van classificeren
Onbepaalde wijs (infinitief): classificeren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik classificeer
- jij classificeert
- hij/zij/het classificeert
- wij classificeren
- jullie classificeren
- zij classificeren
Indicativo presente
- yo clasifico
- tú clasificas
- él/ella clasifica
- nosotros clasificamos
- vosotros clasificáis
- ellos/ellas clasifican
Onvoltooid verleden tijd
- ik classificeerde
- jij classificeerde
- hij/zij/het classificeerde
- wij classificeerden
- jullie classificeerden
- zij classificeerden
Indefinido
- yo clasifiqué
- tú clasificaste
- él/ella clasificó
- nosotros clasificamos
- vosotros clasificasteis
- ellos/ellas clasificaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geclassificeerd
- jij hebt geclassificeerd
- hij/zij/het heeft geclassificeerd
- wij hebben geclassificeerd
- jullie hebben geclassificeerd
- zij hebben geclassificeerd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he clasificado
- tú has clasificado
- él/ella ha clasificado
- nosotros hemos clasificado
- vosotros habéis clasificado
- ellos/ellas han clasificado
Voltooid verleden tijd
- ik had geclassificeerd
- jij had geclassificeerd
- hij/zij/het had geclassificeerd
- wij hadden geclassificeerd
- jullie hadden geclassificeerd
- zij hadden geclassificeerd
Pluscuamperfecto
- yo había clasificado
- tú habías clasificado
- él/ella había clasificado
- nosotros habíamos clasificado
- vosotros habíais clasificado
- ellos/ellas habían clasificado
Toekomende tijd I
- ik zal classificeren
- jij zult classificeren
- hij/zij/het zal classificeren
- wij zullen classificeren
- jullie zullen classificeren
- zij zullen classificeren
Futuro I
- yo clasificaré
- tú clasificarás
- él/ella clasificará
- nosotros clasificaremos
- vosotros clasificaréis
- ellos/ellas clasificarán
Toekomende tijd II
- ik zal geclassificeerd hebben
- jij zult geclassificeerd hebben
- hij/zij/het zal geclassificeerd hebben
- wij zullen geclassificeerd hebben
- jullie zullen geclassificeerd hebben
- zij zullen geclassificeerd hebben
Futuro perfecto
- yo habré clasificado
- tú habrás clasificado
- él/ella habrá clasificado
- nosotros habremos clasificado
- vosotros habréis clasificado
- ellos/ellas habrán clasificado
Conditionalis I
- ik zou classificeren
- jij zou classificeren
- hij/zij/het zou classificeren
- wij zouden classificeren
- jullie zouden classificeren
- zij zouden classificeren
Condicional
- yo clasificaría
- tú clasificarías
- él/ella clasificaría
- nosotros clasificaríamos
- vosotros clasificaríais
- ellos/ellas clasificarían
Conditionalis II
- ik zou hebben geclassificeerd
- jij zou hebben geclassificeerd
- hij/zij/het zou hebben geclassificeerd
- wij zouden hebben geclassificeerd
- jullie zouden hebben geclassificeerd
- zij zouden hebben geclassificeerd
Condicional perfecto
- yo habría clasificado
- tú habrías clasificado
- él/ella habría clasificado
- nosotros habríamos clasificado
- vosotros habríais clasificado
- ellos/ellas habrían clasificado
Imperatief
- jij classificeer
- jullie classificeert
Imperativo presente
- tú clasifica
- vosotros clasificad