Vervoeging van collecteren

Onbepaalde wijs (infinitief): collecteren

Vertaling: coleccionar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik collecteer
  • jij collecteert
  • hij/zij/het collecteert
  • wij collecteren
  • jullie collecteren
  • zij collecteren

Indicativo presente

  • yo colecciono
  • coleccionas
  • él/ella colecciona
  • nosotros coleccionamos
  • vosotros coleccionáis
  • ellos/ellas coleccionan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik collecteerde
  • jij collecteerde
  • hij/zij/het collecteerde
  • wij collecteerden
  • jullie collecteerden
  • zij collecteerden

Indefinido

  • yo coleccioné
  • coleccionaste
  • él/ella coleccionó
  • nosotros coleccionamos
  • vosotros coleccionasteis
  • ellos/ellas coleccionaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gecollecteerd
  • jij hebt gecollecteerd
  • hij/zij/het heeft gecollecteerd
  • wij hebben gecollecteerd
  • jullie hebben gecollecteerd
  • zij hebben gecollecteerd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he coleccionado
  • has coleccionado
  • él/ella ha coleccionado
  • nosotros hemos coleccionado
  • vosotros habéis coleccionado
  • ellos/ellas han coleccionado

Voltooid verleden tijd

  • ik had gecollecteerd
  • jij had gecollecteerd
  • hij/zij/het had gecollecteerd
  • wij hadden gecollecteerd
  • jullie hadden gecollecteerd
  • zij hadden gecollecteerd

Pluscuamperfecto

  • yo había coleccionado
  • habías coleccionado
  • él/ella había coleccionado
  • nosotros habíamos coleccionado
  • vosotros habíais coleccionado
  • ellos/ellas habían coleccionado

Toekomende tijd I

  • ik zal collecteren
  • jij zult collecteren
  • hij/zij/het zal collecteren
  • wij zullen collecteren
  • jullie zullen collecteren
  • zij zullen collecteren

Futuro I

  • yo coleccionaré
  • coleccionarás
  • él/ella coleccionará
  • nosotros coleccionaremos
  • vosotros coleccionaréis
  • ellos/ellas coleccionarán

Toekomende tijd II

  • ik zal gecollecteerd hebben
  • jij zult gecollecteerd hebben
  • hij/zij/het zal gecollecteerd hebben
  • wij zullen gecollecteerd hebben
  • jullie zullen gecollecteerd hebben
  • zij zullen gecollecteerd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré coleccionado
  • habrás coleccionado
  • él/ella habrá coleccionado
  • nosotros habremos coleccionado
  • vosotros habréis coleccionado
  • ellos/ellas habrán coleccionado

Conditionalis I

  • ik zou collecteren
  • jij zou collecteren
  • hij/zij/het zou collecteren
  • wij zouden collecteren
  • jullie zouden collecteren
  • zij zouden collecteren

Condicional

  • yo coleccionaría
  • coleccionarías
  • él/ella coleccionaría
  • nosotros coleccionaríamos
  • vosotros coleccionaríais
  • ellos/ellas coleccionarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben gecollecteerd
  • jij zou hebben gecollecteerd
  • hij/zij/het zou hebben gecollecteerd
  • wij zouden hebben gecollecteerd
  • jullie zouden hebben gecollecteerd
  • zij zouden hebben gecollecteerd

Condicional perfecto

  • yo habría coleccionado
  • habrías coleccionado
  • él/ella habría coleccionado
  • nosotros habríamos coleccionado
  • vosotros habríais coleccionado
  • ellos/ellas habrían coleccionado

Imperatief

  • jij collecteer
  • jullie collecteert

Imperativo presente

  • colecciona
  • vosotros coleccionad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van collecteren