Vervoeging van compartimenteren

Onbepaalde wijs (infinitief): compartimenteren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik compartimenteer
    • jij compartimenteert
    • hij/zij/het compartimenteert
    • wij compartimenteren
    • jullie compartimenteren
    • zij compartimenteren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik compartimenteerde
    • jij compartimenteerde
    • hij/zij/het compartimenteerde
    • wij compartimenteerden
    • jullie compartimenteerden
    • zij compartimenteerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gecompartimenteerd
    • jij hebt gecompartimenteerd
    • hij/zij/het heeft gecompartimenteerd
    • wij hebben gecompartimenteerd
    • jullie hebben gecompartimenteerd
    • zij hebben gecompartimenteerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gecompartimenteerd
    • jij had gecompartimenteerd
    • hij/zij/het had gecompartimenteerd
    • wij hadden gecompartimenteerd
    • jullie hadden gecompartimenteerd
    • zij hadden gecompartimenteerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal compartimenteren
    • jij zult compartimenteren
    • hij/zij/het zal compartimenteren
    • wij zullen compartimenteren
    • jullie zullen compartimenteren
    • zij zullen compartimenteren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gecompartimenteerd hebben
    • jij zult gecompartimenteerd hebben
    • hij/zij/het zal gecompartimenteerd hebben
    • wij zullen gecompartimenteerd hebben
    • jullie zullen gecompartimenteerd hebben
    • zij zullen gecompartimenteerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou compartimenteren
    • jij zou compartimenteren
    • hij/zij/het zou compartimenteren
    • wij zouden compartimenteren
    • jullie zouden compartimenteren
    • zij zouden compartimenteren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gecompartimenteerd
    • jij zou hebben gecompartimenteerd
    • hij/zij/het zou hebben gecompartimenteerd
    • wij zouden hebben gecompartimenteerd
    • jullie zouden hebben gecompartimenteerd
    • zij zouden hebben gecompartimenteerd
  • Imperatief

    • jij compartimenteer
    • jullie compartimenteert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van compartimenteren