Vervoeging van convergeren
Onbepaalde wijs (infinitief): convergeren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het convergeert
- zij convergeren
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het convergeerde
- zij convergeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft geconvergeerd
- zij hebben geconvergeerd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had geconvergeerd
- zij hadden geconvergeerd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal convergeren
- zij zult convergeren
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal geconvergeerd hebben
- zij zult geconvergeerd hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal convergeren
- zij zullen convergeren
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben geconvergeerd
- zij zullen hebben geconvergeerd