Vervoeging van crediteren
Onbepaalde wijs (infinitief): crediteren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik crediteer
- jij crediteert
- hij/zij/het crediteert
- wij crediteren
- jullie crediteren
- zij crediteren
Onvoltooid verleden tijd
- ik crediteerde
- jij crediteerde
- hij/zij/het crediteerde
- wij crediteerden
- jullie crediteerden
- zij crediteerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gecrediteerd
- jij hebt gecrediteerd
- hij/zij/het heeft gecrediteerd
- wij hebben gecrediteerd
- jullie hebben gecrediteerd
- zij hebben gecrediteerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gecrediteerd
- jij had gecrediteerd
- hij/zij/het had gecrediteerd
- wij hadden gecrediteerd
- jullie hadden gecrediteerd
- zij hadden gecrediteerd
Toekomende tijd I
- ik zal crediteren
- jij zult crediteren
- hij/zij/het zal crediteren
- wij zullen crediteren
- jullie zullen crediteren
- zij zullen crediteren
Toekomende tijd II
- ik zal gecrediteerd hebben
- jij zult gecrediteerd hebben
- hij/zij/het zal gecrediteerd hebben
- wij zullen gecrediteerd hebben
- jullie zullen gecrediteerd hebben
- zij zullen gecrediteerd hebben
Conditionalis I
- ik zou crediteren
- jij zou crediteren
- hij/zij/het zou crediteren
- wij zouden crediteren
- jullie zouden crediteren
- zij zouden crediteren
Conditionalis II
- ik zou hebben gecrediteerd
- jij zou hebben gecrediteerd
- hij/zij/het zou hebben gecrediteerd
- wij zouden hebben gecrediteerd
- jullie zouden hebben gecrediteerd
- zij zouden hebben gecrediteerd
Imperatief
- jij crediteer
- jullie crediteert