Vervoeging van creëren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik creëer
    • jij creëert
    • hij/zij/het creëert
    • wij creëren
    • jullie creëren
    • zij creëren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik creëerde
    • jij creëerde
    • hij/zij/het creëerde
    • wij creëerden
    • jullie creëerden
    • zij creëerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gecreëerd
    • jij hebt gecreëerd
    • hij/zij/het heeft gecreëerd
    • wij hebben gecreëerd
    • jullie hebben gecreëerd
    • zij hebben gecreëerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gecreëerd
    • jij had gecreëerd
    • hij/zij/het had gecreëerd
    • wij hadden gecreëerd
    • jullie hadden gecreëerd
    • zij hadden gecreëerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal creëren
    • jij zult creëren
    • hij/zij/het zal creëren
    • wij zullen creëren
    • jullie zullen creëren
    • zij zullen creëren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gecreëerd hebben
    • jij zult gecreëerd hebben
    • hij/zij/het zal gecreëerd hebben
    • wij zullen gecreëerd hebben
    • jullie zullen gecreëerd hebben
    • zij zullen gecreëerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou creëren
    • jij zou creëren
    • hij/zij/het zou creëren
    • wij zouden creëren
    • jullie zouden creëren
    • zij zouden creëren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gecreëerd
    • jij zou hebben gecreëerd
    • hij/zij/het zou hebben gecreëerd
    • wij zouden hebben gecreëerd
    • jullie zouden hebben gecreëerd
    • zij zouden hebben gecreëerd
  • Imperatief

    • jij creëer
    • jullie creëert

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van creëren