Vervoeging van croonen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik croon
    • jij croont
    • hij/zij/het croont
    • wij croonen
    • jullie croonen
    • zij croonen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik croonde
    • jij croonde
    • hij/zij/het croonde
    • wij croonden
    • jullie croonden
    • zij croonden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gecroond
    • jij hebt gecroond
    • hij/zij/het heeft gecroond
    • wij hebben gecroond
    • jullie hebben gecroond
    • zij hebben gecroond
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gecroond
    • jij had gecroond
    • hij/zij/het had gecroond
    • wij hadden gecroond
    • jullie hadden gecroond
    • zij hadden gecroond
  • Toekomende tijd I

    • ik zal croonen
    • jij zult croonen
    • hij/zij/het zal croonen
    • wij zullen croonen
    • jullie zullen croonen
    • zij zullen croonen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gecroond hebben
    • jij zult gecroond hebben
    • hij/zij/het zal gecroond hebben
    • wij zullen gecroond hebben
    • jullie zullen gecroond hebben
    • zij zullen gecroond hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou croonen
    • jij zou croonen
    • hij/zij/het zou croonen
    • wij zouden croonen
    • jullie zouden croonen
    • zij zouden croonen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gecroond
    • jij zou hebben gecroond
    • hij/zij/het zou hebben gecroond
    • wij zouden hebben gecroond
    • jullie zouden hebben gecroond
    • zij zouden hebben gecroond
  • Imperatief

    • jij croon
    • jullie croont

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van croonen