Vervoeging van detailleren
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik detailleer
- jij detailleert
- hij/zij/het detailleert
- wij detailleren
- jullie detailleren
- zij detailleren
Onvoltooid verleden tijd
- ik detailleerde
- jij detailleerde
- hij/zij/het detailleerde
- wij detailleerden
- jullie detailleerden
- zij detailleerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedetailleerd
- jij hebt gedetailleerd
- hij/zij/het heeft gedetailleerd
- wij hebben gedetailleerd
- jullie hebben gedetailleerd
- zij hebben gedetailleerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gedetailleerd
- jij had gedetailleerd
- hij/zij/het had gedetailleerd
- wij hadden gedetailleerd
- jullie hadden gedetailleerd
- zij hadden gedetailleerd
Toekomende tijd I
- ik zal detailleren
- jij zult detailleren
- hij/zij/het zal detailleren
- wij zullen detailleren
- jullie zullen detailleren
- zij zullen detailleren
Toekomende tijd II
- ik zal gedetailleerd hebben
- jij zult gedetailleerd hebben
- hij/zij/het zal gedetailleerd hebben
- wij zullen gedetailleerd hebben
- jullie zullen gedetailleerd hebben
- zij zullen gedetailleerd hebben
Conditionalis I
- ik zou detailleren
- jij zou detailleren
- hij/zij/het zou detailleren
- wij zouden detailleren
- jullie zouden detailleren
- zij zouden detailleren
Conditionalis II
- ik zou hebben gedetailleerd
- jij zou hebben gedetailleerd
- hij/zij/het zou hebben gedetailleerd
- wij zouden hebben gedetailleerd
- jullie zouden hebben gedetailleerd
- zij zouden hebben gedetailleerd
Imperatief
- jij detailleer
- jullie detailleert