Vervoeging van doorblazen
Onbepaalde wijs (infinitief): doorblazen
Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik blaas door
- jij blaast door
- hij/zij/het blaast door
- wij blazen door
- jullie blazen door
- zij blazen door
Onvoltooid verleden tijd
- ik blies door
- jij blies door
- hij/zij/het blies door
- wij bliezen door
- jullie bliezen door
- zij bliezen door
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb doorgeblazen
- jij hebt doorgeblazen
- hij/zij/het heeft doorgeblazen
- wij hebben doorgeblazen
- jullie hebben doorgeblazen
- zij hebben doorgeblazen
Voltooid verleden tijd
- ik had doorgeblazen
- jij had doorgeblazen
- hij/zij/het had doorgeblazen
- wij hadden doorgeblazen
- jullie hadden doorgeblazen
- zij hadden doorgeblazen
Toekomende tijd I
- ik zal doorblazen
- jij zult doorblazen
- hij/zij/het zal doorblazen
- wij zullen doorblazen
- jullie zullen doorblazen
- zij zullen doorblazen
Toekomende tijd II
- ik zal doorgeblazen hebben
- jij zult doorgeblazen hebben
- hij/zij/het zal doorgeblazen hebben
- wij zullen doorgeblazen hebben
- jullie zullen doorgeblazen hebben
- zij zullen doorgeblazen hebben
Conditionalis I
- ik zou doorblazen
- jij zou doorblazen
- hij/zij/het zou doorblazen
- wij zouden doorblazen
- jullie zouden doorblazen
- zij zouden doorblazen
Conditionalis II
- ik zou hebben doorgeblazen
- jij zou hebben doorgeblazen
- hij/zij/het zou hebben doorgeblazen
- wij zouden hebben doorgeblazen
- jullie zouden hebben doorgeblazen
- zij zouden hebben doorgeblazen
Imperatief
- jij blaas door
- jullie blaast door