Vervoeging van doorseinen
Onbepaalde wijs (infinitief): doorseinen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sein door
- jij seint door
- hij/zij/het seint door
- wij seinen door
- jullie seinen door
- zij seinen door
Onvoltooid verleden tijd
- ik seinde door
- jij seinde door
- hij/zij/het seinde door
- wij seinden door
- jullie seinden door
- zij seinden door
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb doorgeseind
- jij hebt doorgeseind
- hij/zij/het heeft doorgeseind
- wij hebben doorgeseind
- jullie hebben doorgeseind
- zij hebben doorgeseind
Voltooid verleden tijd
- ik had doorgeseind
- jij had doorgeseind
- hij/zij/het had doorgeseind
- wij hadden doorgeseind
- jullie hadden doorgeseind
- zij hadden doorgeseind
Toekomende tijd I
- ik zal doorseinen
- jij zult doorseinen
- hij/zij/het zal doorseinen
- wij zullen doorseinen
- jullie zullen doorseinen
- zij zullen doorseinen
Toekomende tijd II
- ik zal doorgeseind hebben
- jij zult doorgeseind hebben
- hij/zij/het zal doorgeseind hebben
- wij zullen doorgeseind hebben
- jullie zullen doorgeseind hebben
- zij zullen doorgeseind hebben
Conditionalis I
- ik zou doorseinen
- jij zou doorseinen
- hij/zij/het zou doorseinen
- wij zouden doorseinen
- jullie zouden doorseinen
- zij zouden doorseinen
Conditionalis II
- ik zou hebben doorgeseind
- jij zou hebben doorgeseind
- hij/zij/het zou hebben doorgeseind
- wij zouden hebben doorgeseind
- jullie zouden hebben doorgeseind
- zij zouden hebben doorgeseind
Imperatief
- jij sein door
- jullie seint door