Vervoeging van doorspelen

Onbepaalde wijs (infinitief): doorspelen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik speel door
  • jij speelt door
  • hij/zij/het speelt door
  • wij spelen door
  • jullie spelen door
  • zij spelen door

Present

  • I leak
  • you leak
  • he/she/it leaks
  • we leak
  • you leak
  • they leak

Onvoltooid verleden tijd

  • ik speelde door
  • jij speelde door
  • hij/zij/het speelde door
  • wij speelden door
  • jullie speelden door
  • zij speelden door

Simple past

  • I leaked
  • you leaked
  • he/she/it leaked
  • we leaked
  • you leaked
  • they leaked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb doorgespeeld
  • jij hebt doorgespeeld
  • hij/zij/het heeft doorgespeeld
  • wij hebben doorgespeeld
  • jullie hebben doorgespeeld
  • zij hebben doorgespeeld

Present perfect

  • I have leaked
  • you have leaked
  • he/she/it has leaked
  • we have leaked
  • you have leaked
  • they have leaked

Voltooid verleden tijd

  • ik had doorgespeeld
  • jij had doorgespeeld
  • hij/zij/het had doorgespeeld
  • wij hadden doorgespeeld
  • jullie hadden doorgespeeld
  • zij hadden doorgespeeld

Past perfect

  • I had leaked
  • you had leaked
  • he/she/it had leaked
  • we had leaked
  • you had leaked
  • they had leaked

Toekomende tijd I

  • ik zal doorspelen
  • jij zult doorspelen
  • hij/zij/het zal doorspelen
  • wij zullen doorspelen
  • jullie zullen doorspelen
  • zij zullen doorspelen

Future

  • I will leak
  • you will leak
  • he/she/it will leak
  • we will leak
  • you will leak
  • they will leak

Toekomende tijd II

  • ik zal doorgespeeld hebben
  • jij zult doorgespeeld hebben
  • hij/zij/het zal doorgespeeld hebben
  • wij zullen doorgespeeld hebben
  • jullie zullen doorgespeeld hebben
  • zij zullen doorgespeeld hebben

Future perfect

  • I will have leaked
  • you will have leaked
  • he/she/it will have leaked
  • we will have leaked
  • you will have leaked
  • they will have leaked

Conditionalis I

  • ik zou doorspelen
  • jij zou doorspelen
  • hij/zij/het zou doorspelen
  • wij zouden doorspelen
  • jullie zouden doorspelen
  • zij zouden doorspelen

Conditional present

  • I would leak
  • you would leak
  • he/she/it would leak
  • we would leak
  • you would leak
  • they would leak

Conditionalis II

  • ik zou hebben doorgespeeld
  • jij zou hebben doorgespeeld
  • hij/zij/het zou hebben doorgespeeld
  • wij zouden hebben doorgespeeld
  • jullie zouden hebben doorgespeeld
  • zij zouden hebben doorgespeeld

Conditional perfect

  • I would have leaked
  • you would have leaked
  • he/she/it would have leaked
  • we would have leaked
  • you would have leaked
  • they would have leaked

Imperatief

  • jij speel door
  • jullie speelt door

Imperative

  • you leak
  • you leak

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van doorspelen