Vervoeging van drevelen
Onbepaalde wijs (infinitief): drevelen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik drevel
- jij drevelt
- hij/zij/het drevelt
- wij drevelen
- jullie drevelen
- zij drevelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik drevelde
- jij drevelde
- hij/zij/het drevelde
- wij drevelden
- jullie drevelden
- zij drevelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedreveld
- jij hebt gedreveld
- hij/zij/het heeft gedreveld
- wij hebben gedreveld
- jullie hebben gedreveld
- zij hebben gedreveld
Voltooid verleden tijd
- ik had gedreveld
- jij had gedreveld
- hij/zij/het had gedreveld
- wij hadden gedreveld
- jullie hadden gedreveld
- zij hadden gedreveld
Toekomende tijd I
- ik zal drevelen
- jij zult drevelen
- hij/zij/het zal drevelen
- wij zullen drevelen
- jullie zullen drevelen
- zij zullen drevelen
Toekomende tijd II
- ik zal gedreveld hebben
- jij zult gedreveld hebben
- hij/zij/het zal gedreveld hebben
- wij zullen gedreveld hebben
- jullie zullen gedreveld hebben
- zij zullen gedreveld hebben
Conditionalis I
- ik zou drevelen
- jij zou drevelen
- hij/zij/het zou drevelen
- wij zouden drevelen
- jullie zouden drevelen
- zij zouden drevelen
Conditionalis II
- ik zou hebben gedreveld
- jij zou hebben gedreveld
- hij/zij/het zou hebben gedreveld
- wij zouden hebben gedreveld
- jullie zouden hebben gedreveld
- zij zouden hebben gedreveld
Imperatief
- jij drevel
- jullie drevelt