Vervoeging van drogen

Vertaling: sécher

Nederlands

Frans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik droog
  • jij droogt
  • hij/zij/het droogt
  • wij drogen
  • jullie drogen
  • zij drogen

Présent

  • je sèche
  • tu sèches
  • il/elle sèche
  • nous séchons
  • vous séchez
  • ils/elles sèchent

Onvoltooid verleden tijd

  • ik droogde
  • jij droogde
  • hij/zij/het droogde
  • wij droogden
  • jullie droogden
  • zij droogden

Indicatif imparfait

  • je séchais
  • tu séchais
  • il/elle séchait
  • nous séchions
  • vous séchiez
  • ils/elles séchaient

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gedroogd
  • jij hebt gedroogd
  • hij/zij/het heeft gedroogd
  • wij hebben gedroogd
  • jullie hebben gedroogd
  • zij hebben gedroogd

Indicatif passé composé

  • j'ai séché
  • tu as séché
  • il/elle a séché
  • nous avons séché
  • vous avez séché
  • ils/elles ont séché

Voltooid verleden tijd

  • ik had gedroogd
  • jij had gedroogd
  • hij/zij/het had gedroogd
  • wij hadden gedroogd
  • jullie hadden gedroogd
  • zij hadden gedroogd

Indicatif plus-que-parfait

  • j'avais séché
  • tu avais séché
  • il/elle avait séché
  • nous avions séché
  • vous aviez séché
  • ils/elles avaient séché

Toekomende tijd I

  • ik zal drogen
  • jij zult drogen
  • hij/zij/het zal drogen
  • wij zullen drogen
  • jullie zullen drogen
  • zij zullen drogen

Indicatif futur

  • je sécherai
  • tu sécheras
  • il/elle séchera
  • nous sécherons
  • vous sécherez
  • ils/elles sécheront

Toekomende tijd II

  • ik zal gedroogd hebben
  • jij zult gedroogd hebben
  • hij/zij/het zal gedroogd hebben
  • wij zullen gedroogd hebben
  • jullie zullen gedroogd hebben
  • zij zullen gedroogd hebben

Indicatif futur antérieur

  • j'aurai séché
  • tu auras séché
  • il/elle aura séché
  • nous aurons séché
  • vous aurez séché
  • ils/elles auront séché

Conditionalis I

  • ik zou drogen
  • jij zou drogen
  • hij/zij/het zou drogen
  • wij zouden drogen
  • jullie zouden drogen
  • zij zouden drogen

Conditionnel présent

  • je sécherais
  • tu sécherais
  • il/elle sécherait
  • nous sécherions
  • vous sécheriez
  • ils/elles sécheraient

Conditionalis II

  • ik zou hebben gedroogd
  • jij zou hebben gedroogd
  • hij/zij/het zou hebben gedroogd
  • wij zouden hebben gedroogd
  • jullie zouden hebben gedroogd
  • zij zouden hebben gedroogd

Conditionnel passé (1ère forme)

  • j'aurais séché
  • tu aurais séché
  • il/elle aurait séché
  • nous aurions séché
  • vous auriez séché
  • ils/elles auraient séché

Imperatief

  • jij droog
  • jullie droogt

Impératif

  • tu sèche
  • vous séchez

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van drogen