Vervoeging van elimineren
Onbepaalde wijs (infinitief): elimineren
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik elimineer
- jij elimineert
- hij/zij/het elimineert
- wij elimineren
- jullie elimineren
- zij elimineren
Presente
- io abolisco
- tu abolisci
- lui/lei/Lei abolisce
- noi aboliamo
- voi/Voi abolite
- loro/Loro aboliscono
Onvoltooid verleden tijd
- ik elimineerde
- jij elimineerde
- hij/zij/het elimineerde
- wij elimineerden
- jullie elimineerden
- zij elimineerden
Imperfetto
- io abolivo
- tu abolivi
- lui/lei/Lei aboliva
- noi abolivamo
- voi/Voi abolivate
- loro/Loro abolivano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geëlimineerd
- jij hebt geëlimineerd
- hij/zij/het heeft geëlimineerd
- wij hebben geëlimineerd
- jullie hebben geëlimineerd
- zij hebben geëlimineerd
Passato prossimo
- io ho abolito
- tu hai abolito
- lui/lei/Lei ha abolito
- noi abbiamo abolito
- voi/Voi avete abolito
- loro/Loro hanno abolito
Voltooid verleden tijd
- ik had geëlimineerd
- jij had geëlimineerd
- hij/zij/het had geëlimineerd
- wij hadden geëlimineerd
- jullie hadden geëlimineerd
- zij hadden geëlimineerd
Trapassato prossimo
- io avevo abolito
- tu avevi abolito
- lui/lei/Lei aveva abolito
- noi avevamo abolito
- voi/Voi avevate abolito
- loro/Loro avevano abolito
Toekomende tijd I
- ik zal elimineren
- jij zult elimineren
- hij/zij/het zal elimineren
- wij zullen elimineren
- jullie zullen elimineren
- zij zullen elimineren
Futuro semplice
- io abolirò
- tu abolirai
- lui/lei/Lei abolirà
- noi aboliremo
- voi/Voi abolirete
- loro/Loro aboliranno
Toekomende tijd II
- ik zal geëlimineerd hebben
- jij zult geëlimineerd hebben
- hij/zij/het zal geëlimineerd hebben
- wij zullen geëlimineerd hebben
- jullie zullen geëlimineerd hebben
- zij zullen geëlimineerd hebben
Futuro anteriore
- io avrò abolito
- tu avrai abolito
- lui/lei/Lei avrà abolito
- noi avremo abolito
- voi/Voi avrete abolito
- loro/Loro avranno abolito
Conditionalis I
- ik zou elimineren
- jij zou elimineren
- hij/zij/het zou elimineren
- wij zouden elimineren
- jullie zouden elimineren
- zij zouden elimineren
Condizionale presente
- io abolirei
- tu aboliresti
- lui/lei/Lei abolirebbe
- noi aboliremmo
- voi/Voi abolireste
- loro/Loro abolirebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben geëlimineerd
- jij zou hebben geëlimineerd
- hij/zij/het zou hebben geëlimineerd
- wij zouden hebben geëlimineerd
- jullie zouden hebben geëlimineerd
- zij zouden hebben geëlimineerd
Condizionale passato
- io avrei abolito
- tu avresti abolito
- lui/lei/Lei avrebbe abolito
- noi avremmo abolito
- voi/Voi avreste abolito
- loro/Loro avrebbero abolito
Imperatief
- jij elimineer
- jullie elimineert
Imperativo
- tu abolisci
- voi/Voi abolite