Vervoeging van enthousiasmeren
Onbepaalde wijs (infinitief): enthousiasmeren
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik enthousiasmeer
- jij enthousiasmeert
- hij/zij/het enthousiasmeert
- wij enthousiasmeren
- jullie enthousiasmeren
- zij enthousiasmeren
Präsens Indikativ
- ich begeist(e)re
- du begeisterst
- er/sie/es begeistert
- wir begeistern
- ihr begeistert
- sie begeistern
Onvoltooid verleden tijd
- ik enthousiasmeerde
- jij enthousiasmeerde
- hij/zij/het enthousiasmeerde
- wij enthousiasmeerden
- jullie enthousiasmeerden
- zij enthousiasmeerden
Präteritum Indikativ
- ich begeisterte
- du begeistertest
- er/sie/es begeisterte
- wir begeisterten
- ihr begeistertet
- sie begeisterten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geënthousiasmeerd
- jij hebt geënthousiasmeerd
- hij/zij/het heeft geënthousiasmeerd
- wij hebben geënthousiasmeerd
- jullie hebben geënthousiasmeerd
- zij hebben geënthousiasmeerd
Perfekt Indikativ
- ich habe begeistert
- du hast begeistert
- er/sie/es hat begeistert
- wir haben begeistert
- ihr habt begeistert
- sie haben begeistert
Voltooid verleden tijd
- ik had geënthousiasmeerd
- jij had geënthousiasmeerd
- hij/zij/het had geënthousiasmeerd
- wij hadden geënthousiasmeerd
- jullie hadden geënthousiasmeerd
- zij hadden geënthousiasmeerd
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte begeistert
- du hattest begeistert
- er/sie/es hatte begeistert
- wir hatten begeistert
- ihr hattet begeistert
- sie hatten begeistert
Toekomende tijd I
- ik zal enthousiasmeren
- jij zult enthousiasmeren
- hij/zij/het zal enthousiasmeren
- wij zullen enthousiasmeren
- jullie zullen enthousiasmeren
- zij zullen enthousiasmeren
Futur I Indikativ
- ich werde begeistern
- du wirst begeistern
- er/sie/es wird begeistern
- wir werden begeistern
- ihr werdet begeistern
- sie werden begeistern
Toekomende tijd II
- ik zal geënthousiasmeerd hebben
- jij zult geënthousiasmeerd hebben
- hij/zij/het zal geënthousiasmeerd hebben
- wij zullen geënthousiasmeerd hebben
- jullie zullen geënthousiasmeerd hebben
- zij zullen geënthousiasmeerd hebben
Futur II Indikativ
- ich werde begeistert haben
- du wirst begeistert haben
- er/sie/es wird begeistert haben
- wir werden begeistert haben
- ihr werdet begeistert haben
- sie werden begeistert haben
Conditionalis I
- ik zou enthousiasmeren
- jij zou enthousiasmeren
- hij/zij/het zou enthousiasmeren
- wij zouden enthousiasmeren
- jullie zouden enthousiasmeren
- zij zouden enthousiasmeren
Futur I Konjunktiv II
- ich würde begeistern
- du würdest begeistern
- er/sie/es würde begeistern
- wir würden begeistern
- ihr würdet begeistern
- sie würden begeistern
Conditionalis II
- ik zou hebben geënthousiasmeerd
- jij zou hebben geënthousiasmeerd
- hij/zij/het zou hebben geënthousiasmeerd
- wij zouden hebben geënthousiasmeerd
- jullie zouden hebben geënthousiasmeerd
- zij zouden hebben geënthousiasmeerd
Futur II Konjunktiv II
- ich würde begeistert haben
- du würdest begeistert haben
- er/sie/es würde begeistert haben
- wir würden begeistert haben
- ihr würdet begeistert haben
- sie würden begeistert haben
Imperatief
- jij enthousiasmeer
- jullie enthousiasmeert
Imperativ
- du begeist(e)re
- ihr begeistert