Vervoeging van fibrilleren
Onbepaalde wijs (infinitief): fibrilleren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het fibrilleert
- zij fibrilleren
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het fibrilleerde
- zij fibrilleerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gefibrilleerd
- zij hebben gefibrilleerd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gefibrilleerd
- zij hadden gefibrilleerd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal fibrilleren
- zij zult fibrilleren
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gefibrilleerd hebben
- zij zult gefibrilleerd hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal fibrilleren
- zij zullen fibrilleren
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gefibrilleerd
- zij zullen hebben gefibrilleerd