Vervoeging van fijnmalen
Onbepaalde wijs (infinitief): fijnmalen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik maal fijn
- jij maalt fijn
- hij/zij/het maalt fijn
- wij malen fijn
- jullie malen fijn
- zij malen fijn
Onvoltooid verleden tijd
- ik maalde fijn
- jij maalde fijn
- hij/zij/het maalde fijn
- wij maalden fijn
- jullie maalden fijn
- zij maalden fijn
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb fijngemalen
- jij hebt fijngemalen
- hij/zij/het heeft fijngemalen
- wij hebben fijngemalen
- jullie hebben fijngemalen
- zij hebben fijngemalen
Voltooid verleden tijd
- ik had fijngemalen
- jij had fijngemalen
- hij/zij/het had fijngemalen
- wij hadden fijngemalen
- jullie hadden fijngemalen
- zij hadden fijngemalen
Toekomende tijd I
- ik zal fijnmalen
- jij zult fijnmalen
- hij/zij/het zal fijnmalen
- wij zullen fijnmalen
- jullie zullen fijnmalen
- zij zullen fijnmalen
Toekomende tijd II
- ik zal fijngemalen hebben
- jij zult fijngemalen hebben
- hij/zij/het zal fijngemalen hebben
- wij zullen fijngemalen hebben
- jullie zullen fijngemalen hebben
- zij zullen fijngemalen hebben
Conditionalis I
- ik zou fijnmalen
- jij zou fijnmalen
- hij/zij/het zou fijnmalen
- wij zouden fijnmalen
- jullie zouden fijnmalen
- zij zouden fijnmalen
Conditionalis II
- ik zou hebben fijngemalen
- jij zou hebben fijngemalen
- hij/zij/het zou hebben fijngemalen
- wij zouden hebben fijngemalen
- jullie zouden hebben fijngemalen
- zij zouden hebben fijngemalen
Imperatief
- jij maal fijn
- jullie maalt fijn