Vervoeging van gadeslaan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sla gade
- jij slaat gade
- hij/zij/het slaat gade
- wij slaan gade
- jullie slaan gade
- zij slaan gade
Onvoltooid verleden tijd
- ik sloeg gade
- jij sloeg gade
- hij/zij/het sloeg gade
- wij sloegen gade
- jullie sloegen gade
- zij sloegen gade
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gadegeslagen
- jij hebt gadegeslagen
- hij/zij/het heeft gadegeslagen
- wij hebben gadegeslagen
- jullie hebben gadegeslagen
- zij hebben gadegeslagen
Voltooid verleden tijd
- ik had gadegeslagen
- jij had gadegeslagen
- hij/zij/het had gadegeslagen
- wij hadden gadegeslagen
- jullie hadden gadegeslagen
- zij hadden gadegeslagen
Toekomende tijd I
- ik zal gadeslaan
- jij zult gadeslaan
- hij/zij/het zal gadeslaan
- wij zullen gadeslaan
- jullie zullen gadeslaan
- zij zullen gadeslaan
Toekomende tijd II
- ik zal gadegeslagen hebben
- jij zult gadegeslagen hebben
- hij/zij/het zal gadegeslagen hebben
- wij zullen gadegeslagen hebben
- jullie zullen gadegeslagen hebben
- zij zullen gadegeslagen hebben
Conditionalis I
- ik zou gadeslaan
- jij zou gadeslaan
- hij/zij/het zou gadeslaan
- wij zouden gadeslaan
- jullie zouden gadeslaan
- zij zouden gadeslaan
Conditionalis II
- ik zou hebben gadegeslagen
- jij zou hebben gadegeslagen
- hij/zij/het zou hebben gadegeslagen
- wij zouden hebben gadegeslagen
- jullie zouden hebben gadegeslagen
- zij zouden hebben gadegeslagen
Imperatief
- jij sla gade
- jullie slaat gade