Vervoeging van gebeuren
Onbepaalde wijs (infinitief): gebeuren
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het gebeurt
- zij gebeuren
Présent
- il/elle arrive
- ils/elles arrivent
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het gebeurde
- zij gebeurden
Indicatif imparfait
- il/elle arrivait
- ils/elles arrivaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is gebeurd
- zij zijn gebeurd
Indicatif passé composé
- il/elle est arrivé(e)
- ils/elles sont arrivé(e)s
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was gebeurd
- zij waren gebeurd
Indicatif plus-que-parfait
- il/elle était arrivé(e)
- ils/elles étaient arrivé(e)s
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal gebeuren
- zij zult gebeuren
Indicatif futur
- il/elle arrivera
- ils/elles arriveront
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gebeurd zijn
- zij zult gebeurd zijn
Indicatif futur antérieur
- il/elle sera arrivé(e)
- ils/elles seront arrivé(e)s
Conditionalis I
- hij/zij/het zal gebeuren
- zij zullen gebeuren
Conditionnel présent
- il/elle arriverait
- ils/elles arriveraient
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn gebeurd
- zij zullen zijn gebeurd
Conditionnel passé (1ère forme)
- il/elle serait arrivé(e)
- ils/elles seraient arrivé(e)s