Vervoeging van gebruikmaken
Onbepaalde wijs (infinitief): gebruikmaken
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik maak gebruik
- jij maakt gebruik
- hij/zij/het maakt gebruik
- wij maken gebruik
- jullie maken gebruik
- zij maken gebruik
Onvoltooid verleden tijd
- ik maakte gebruik
- jij maakte gebruik
- hij/zij/het maakte gebruik
- wij maakten gebruik
- jullie maakten gebruik
- zij maakten gebruik
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebruikgemaakt
- jij hebt gebruikgemaakt
- hij/zij/het heeft gebruikgemaakt
- wij hebben gebruikgemaakt
- jullie hebben gebruikgemaakt
- zij hebben gebruikgemaakt
Voltooid verleden tijd
- ik had gebruikgemaakt
- jij had gebruikgemaakt
- hij/zij/het had gebruikgemaakt
- wij hadden gebruikgemaakt
- jullie hadden gebruikgemaakt
- zij hadden gebruikgemaakt
Toekomende tijd I
- ik zal gebruikmaken
- jij zult gebruikmaken
- hij/zij/het zal gebruikmaken
- wij zullen gebruikmaken
- jullie zullen gebruikmaken
- zij zullen gebruikmaken
Toekomende tijd II
- ik zal gebruikgemaakt hebben
- jij zult gebruikgemaakt hebben
- hij/zij/het zal gebruikgemaakt hebben
- wij zullen gebruikgemaakt hebben
- jullie zullen gebruikgemaakt hebben
- zij zullen gebruikgemaakt hebben
Conditionalis I
- ik zou gebruikmaken
- jij zou gebruikmaken
- hij/zij/het zou gebruikmaken
- wij zouden gebruikmaken
- jullie zouden gebruikmaken
- zij zouden gebruikmaken
Conditionalis II
- ik zou hebben gebruikgemaakt
- jij zou hebben gebruikgemaakt
- hij/zij/het zou hebben gebruikgemaakt
- wij zouden hebben gebruikgemaakt
- jullie zouden hebben gebruikgemaakt
- zij zouden hebben gebruikgemaakt
Imperatief
- jij maak gebruik
- jullie maakt gebruik