Vervoeging van heenleiden

Onbepaalde wijs (infinitief): heenleiden

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik leid heen
    • jij leidt heen
    • hij/zij/het leidt heen
    • wij leiden heen
    • jullie leiden heen
    • zij leiden heen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik leidde heen
    • jij leidde heen
    • hij/zij/het leidde heen
    • wij leidden heen
    • jullie leidden heen
    • zij leidden heen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb heengeleid
    • jij hebt heengeleid
    • hij/zij/het heeft heengeleid
    • wij hebben heengeleid
    • jullie hebben heengeleid
    • zij hebben heengeleid
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had heengeleid
    • jij had heengeleid
    • hij/zij/het had heengeleid
    • wij hadden heengeleid
    • jullie hadden heengeleid
    • zij hadden heengeleid
  • Toekomende tijd I

    • ik zal heenleiden
    • jij zult heenleiden
    • hij/zij/het zal heenleiden
    • wij zullen heenleiden
    • jullie zullen heenleiden
    • zij zullen heenleiden
  • Toekomende tijd II

    • ik zal heengeleid hebben
    • jij zult heengeleid hebben
    • hij/zij/het zal heengeleid hebben
    • wij zullen heengeleid hebben
    • jullie zullen heengeleid hebben
    • zij zullen heengeleid hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou heenleiden
    • jij zou heenleiden
    • hij/zij/het zou heenleiden
    • wij zouden heenleiden
    • jullie zouden heenleiden
    • zij zouden heenleiden
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben heengeleid
    • jij zou hebben heengeleid
    • hij/zij/het zou hebben heengeleid
    • wij zouden hebben heengeleid
    • jullie zouden hebben heengeleid
    • zij zouden hebben heengeleid
  • Imperatief

    • jij leid heen
    • jullie leidt heen