Vervoeging van herkennen
Onbepaalde wijs (infinitief): herkennen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik herken
- jij herkent
- hij/zij/het herkent
- wij herkennen
- jullie herkennen
- zij herkennen
Indicativo presente
- yo reconozco
- tú reconoces
- él/ella reconoce
- nosotros reconocemos
- vosotros reconocéis
- ellos/ellas reconocen
Onvoltooid verleden tijd
- ik herkende
- jij herkende
- hij/zij/het herkende
- wij herkenden
- jullie herkenden
- zij herkenden
Indefinido
- yo reconocí
- tú reconociste
- él/ella reconoció
- nosotros reconocimos
- vosotros reconocisteis
- ellos/ellas reconocieron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb herkend
- jij hebt herkend
- hij/zij/het heeft herkend
- wij hebben herkend
- jullie hebben herkend
- zij hebben herkend
Pretérito perfecto compuesto
- yo he reconocido
- tú has reconocido
- él/ella ha reconocido
- nosotros hemos reconocido
- vosotros habéis reconocido
- ellos/ellas han reconocido
Voltooid verleden tijd
- ik had herkend
- jij had herkend
- hij/zij/het had herkend
- wij hadden herkend
- jullie hadden herkend
- zij hadden herkend
Pluscuamperfecto
- yo había reconocido
- tú habías reconocido
- él/ella había reconocido
- nosotros habíamos reconocido
- vosotros habíais reconocido
- ellos/ellas habían reconocido
Toekomende tijd I
- ik zal herkennen
- jij zult herkennen
- hij/zij/het zal herkennen
- wij zullen herkennen
- jullie zullen herkennen
- zij zullen herkennen
Futuro I
- yo reconoceré
- tú reconocerás
- él/ella reconocerá
- nosotros reconoceremos
- vosotros reconoceréis
- ellos/ellas reconocerán
Toekomende tijd II
- ik zal herkend hebben
- jij zult herkend hebben
- hij/zij/het zal herkend hebben
- wij zullen herkend hebben
- jullie zullen herkend hebben
- zij zullen herkend hebben
Futuro perfecto
- yo habré reconocido
- tú habrás reconocido
- él/ella habrá reconocido
- nosotros habremos reconocido
- vosotros habréis reconocido
- ellos/ellas habrán reconocido
Conditionalis I
- ik zou herkennen
- jij zou herkennen
- hij/zij/het zou herkennen
- wij zouden herkennen
- jullie zouden herkennen
- zij zouden herkennen
Condicional
- yo reconocería
- tú reconocerías
- él/ella reconocería
- nosotros reconoceríamos
- vosotros reconoceríais
- ellos/ellas reconocerían
Conditionalis II
- ik zou hebben herkend
- jij zou hebben herkend
- hij/zij/het zou hebben herkend
- wij zouden hebben herkend
- jullie zouden hebben herkend
- zij zouden hebben herkend
Condicional perfecto
- yo habría reconocido
- tú habrías reconocido
- él/ella habría reconocido
- nosotros habríamos reconocido
- vosotros habríais reconocido
- ellos/ellas habrían reconocido
Imperatief
- jij herken
- jullie herkent
Imperativo presente
- tú reconoce
- vosotros reconoced