Vervoeging van heruitbrengen
Onbepaalde wijs (infinitief): heruitbrengen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik breng heruit
- jij brengt heruit
- hij/zij/het brengt heruit
- wij brengen heruit
- jullie brengen heruit
- zij brengen heruit
Onvoltooid verleden tijd
- ik bracht heruit
- jij bracht heruit
- hij/zij/het bracht heruit
- wij brachten heruit
- jullie brachten heruit
- zij brachten heruit
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb heruitgebracht
- jij hebt heruitgebracht
- hij/zij/het heeft heruitgebracht
- wij hebben heruitgebracht
- jullie hebben heruitgebracht
- zij hebben heruitgebracht
Voltooid verleden tijd
- ik had heruitgebracht
- jij had heruitgebracht
- hij/zij/het had heruitgebracht
- wij hadden heruitgebracht
- jullie hadden heruitgebracht
- zij hadden heruitgebracht
Toekomende tijd I
- ik zal heruitbrengen
- jij zult heruitbrengen
- hij/zij/het zal heruitbrengen
- wij zullen heruitbrengen
- jullie zullen heruitbrengen
- zij zullen heruitbrengen
Toekomende tijd II
- ik zal heruitgebracht hebben
- jij zult heruitgebracht hebben
- hij/zij/het zal heruitgebracht hebben
- wij zullen heruitgebracht hebben
- jullie zullen heruitgebracht hebben
- zij zullen heruitgebracht hebben
Conditionalis I
- ik zou heruitbrengen
- jij zou heruitbrengen
- hij/zij/het zou heruitbrengen
- wij zouden heruitbrengen
- jullie zouden heruitbrengen
- zij zouden heruitbrengen
Conditionalis II
- ik zou hebben heruitgebracht
- jij zou hebben heruitgebracht
- hij/zij/het zou hebben heruitgebracht
- wij zouden hebben heruitgebracht
- jullie zouden hebben heruitgebracht
- zij zouden hebben heruitgebracht
Imperatief
- jij breng heruit
- jullie brengt heruit