Vervoeging van hinniken
Onbepaalde wijs (infinitief): hinniken
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het hinnikt
- zij hinniken
Indicativo presente
- él/ella rebuzna
- ellos/ellas rebuznan
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het hinnikte
- zij hinnikten
Indefinido
- él/ella rebuznó
- ellos/ellas rebuznaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gehinnikt
- zij hebben gehinnikt
Pretérito perfecto compuesto
- él/ella ha rebuznado
- ellos/ellas han rebuznado
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gehinnikt
- zij hadden gehinnikt
Pluscuamperfecto
- él/ella había rebuznado
- ellos/ellas habían rebuznado
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal hinniken
- zij zult hinniken
Futuro I
- él/ella rebuznará
- ellos/ellas rebuznarán
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gehinnikt hebben
- zij zult gehinnikt hebben
Futuro perfecto
- él/ella habrá rebuznado
- ellos/ellas habrán rebuznado
Conditionalis I
- hij/zij/het zal hinniken
- zij zullen hinniken
Condicional
- él/ella rebuznaría
- ellos/ellas rebuznarían
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gehinnikt
- zij zullen hebben gehinnikt
Condicional perfecto
- él/ella habría rebuznado
- ellos/ellas habrían rebuznado