Vervoeging van huichelen
Onbepaalde wijs (infinitief): huichelen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik huichel
- jij huichelt
- hij/zij/het huichelt
- wij huichelen
- jullie huichelen
- zij huichelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik huichelde
- jij huichelde
- hij/zij/het huichelde
- wij huichelden
- jullie huichelden
- zij huichelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gehuicheld
- jij hebt gehuicheld
- hij/zij/het heeft gehuicheld
- wij hebben gehuicheld
- jullie hebben gehuicheld
- zij hebben gehuicheld
Voltooid verleden tijd
- ik had gehuicheld
- jij had gehuicheld
- hij/zij/het had gehuicheld
- wij hadden gehuicheld
- jullie hadden gehuicheld
- zij hadden gehuicheld
Toekomende tijd I
- ik zal huichelen
- jij zult huichelen
- hij/zij/het zal huichelen
- wij zullen huichelen
- jullie zullen huichelen
- zij zullen huichelen
Toekomende tijd II
- ik zal gehuicheld hebben
- jij zult gehuicheld hebben
- hij/zij/het zal gehuicheld hebben
- wij zullen gehuicheld hebben
- jullie zullen gehuicheld hebben
- zij zullen gehuicheld hebben
Conditionalis I
- ik zou huichelen
- jij zou huichelen
- hij/zij/het zou huichelen
- wij zouden huichelen
- jullie zouden huichelen
- zij zouden huichelen
Conditionalis II
- ik zou hebben gehuicheld
- jij zou hebben gehuicheld
- hij/zij/het zou hebben gehuicheld
- wij zouden hebben gehuicheld
- jullie zouden hebben gehuicheld
- zij zouden hebben gehuicheld
Imperatief
- jij huichel
- jullie huichelt