Vervoeging van indonderen

Onbepaalde wijs (infinitief): indonderen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik donder in
    • jij dondert in
    • hij/zij/het dondert in
    • wij donderen in
    • jullie donderen in
    • zij donderen in
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik donderde in
    • jij donderde in
    • hij/zij/het donderde in
    • wij donderden in
    • jullie donderden in
    • zij donderden in
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb ingedonderd
    • jij hebt ingedonderd
    • hij/zij/het heeft ingedonderd
    • wij hebben ingedonderd
    • jullie hebben ingedonderd
    • zij hebben ingedonderd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had ingedonderd
    • jij had ingedonderd
    • hij/zij/het had ingedonderd
    • wij hadden ingedonderd
    • jullie hadden ingedonderd
    • zij hadden ingedonderd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal indonderen
    • jij zult indonderen
    • hij/zij/het zal indonderen
    • wij zullen indonderen
    • jullie zullen indonderen
    • zij zullen indonderen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ingedonderd hebben
    • jij zult ingedonderd hebben
    • hij/zij/het zal ingedonderd hebben
    • wij zullen ingedonderd hebben
    • jullie zullen ingedonderd hebben
    • zij zullen ingedonderd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou indonderen
    • jij zou indonderen
    • hij/zij/het zou indonderen
    • wij zouden indonderen
    • jullie zouden indonderen
    • zij zouden indonderen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben ingedonderd
    • jij zou hebben ingedonderd
    • hij/zij/het zou hebben ingedonderd
    • wij zouden hebben ingedonderd
    • jullie zouden hebben ingedonderd
    • zij zouden hebben ingedonderd
  • Imperatief

    • jij donder in
    • jullie dondert in

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van indonderen