Vervoeging van infrezen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik frees in
    • jij freest in
    • hij/zij/het freest in
    • wij frezen in
    • jullie frezen in
    • zij frezen in
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik freesde in
    • jij freesde in
    • hij/zij/het freesde in
    • wij freesden in
    • jullie freesden in
    • zij freesden in
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb ingefreesd
    • jij hebt ingefreesd
    • hij/zij/het heeft ingefreesd
    • wij hebben ingefreesd
    • jullie hebben ingefreesd
    • zij hebben ingefreesd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had ingefreesd
    • jij had ingefreesd
    • hij/zij/het had ingefreesd
    • wij hadden ingefreesd
    • jullie hadden ingefreesd
    • zij hadden ingefreesd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal infrezen
    • jij zult infrezen
    • hij/zij/het zal infrezen
    • wij zullen infrezen
    • jullie zullen infrezen
    • zij zullen infrezen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal ingefreesd hebben
    • jij zult ingefreesd hebben
    • hij/zij/het zal ingefreesd hebben
    • wij zullen ingefreesd hebben
    • jullie zullen ingefreesd hebben
    • zij zullen ingefreesd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou infrezen
    • jij zou infrezen
    • hij/zij/het zou infrezen
    • wij zouden infrezen
    • jullie zouden infrezen
    • zij zouden infrezen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben ingefreesd
    • jij zou hebben ingefreesd
    • hij/zij/het zou hebben ingefreesd
    • wij zouden hebben ingefreesd
    • jullie zouden hebben ingefreesd
    • zij zouden hebben ingefreesd
  • Imperatief

    • jij frees in
    • jullie freest in