Vervoeging van ingooien
Onbepaalde wijs (infinitief): ingooien
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik gooi in
- jij gooit in
- hij/zij/het gooit in
- wij gooien in
- jullie gooien in
- zij gooien in
Onvoltooid verleden tijd
- ik gooide in
- jij gooide in
- hij/zij/het gooide in
- wij gooiden in
- jullie gooiden in
- zij gooiden in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingegooid
- jij hebt ingegooid
- hij/zij/het heeft ingegooid
- wij hebben ingegooid
- jullie hebben ingegooid
- zij hebben ingegooid
Voltooid verleden tijd
- ik had ingegooid
- jij had ingegooid
- hij/zij/het had ingegooid
- wij hadden ingegooid
- jullie hadden ingegooid
- zij hadden ingegooid
Toekomende tijd I
- ik zal ingooien
- jij zult ingooien
- hij/zij/het zal ingooien
- wij zullen ingooien
- jullie zullen ingooien
- zij zullen ingooien
Toekomende tijd II
- ik zal ingegooid hebben
- jij zult ingegooid hebben
- hij/zij/het zal ingegooid hebben
- wij zullen ingegooid hebben
- jullie zullen ingegooid hebben
- zij zullen ingegooid hebben
Conditionalis I
- ik zou ingooien
- jij zou ingooien
- hij/zij/het zou ingooien
- wij zouden ingooien
- jullie zouden ingooien
- zij zouden ingooien
Conditionalis II
- ik zou hebben ingegooid
- jij zou hebben ingegooid
- hij/zij/het zou hebben ingegooid
- wij zouden hebben ingegooid
- jullie zouden hebben ingegooid
- zij zouden hebben ingegooid
Imperatief
- jij gooi in
- jullie gooit in