Vervoeging van inkepen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik keep in
- jij keept in
- hij/zij/het keept in
- wij kepen in
- jullie kepen in
- zij kepen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik keepte in
- jij keepte in
- hij/zij/het keepte in
- wij keepten in
- jullie keepten in
- zij keepten in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingekeept
- jij hebt ingekeept
- hij/zij/het heeft ingekeept
- wij hebben ingekeept
- jullie hebben ingekeept
- zij hebben ingekeept
Voltooid verleden tijd
- ik had ingekeept
- jij had ingekeept
- hij/zij/het had ingekeept
- wij hadden ingekeept
- jullie hadden ingekeept
- zij hadden ingekeept
Toekomende tijd I
- ik zal inkepen
- jij zult inkepen
- hij/zij/het zal inkepen
- wij zullen inkepen
- jullie zullen inkepen
- zij zullen inkepen
Toekomende tijd II
- ik zal ingekeept hebben
- jij zult ingekeept hebben
- hij/zij/het zal ingekeept hebben
- wij zullen ingekeept hebben
- jullie zullen ingekeept hebben
- zij zullen ingekeept hebben
Conditionalis I
- ik zou inkepen
- jij zou inkepen
- hij/zij/het zou inkepen
- wij zouden inkepen
- jullie zouden inkepen
- zij zouden inkepen
Conditionalis II
- ik zou hebben ingekeept
- jij zou hebben ingekeept
- hij/zij/het zou hebben ingekeept
- wij zouden hebben ingekeept
- jullie zouden hebben ingekeept
- zij zouden hebben ingekeept
Imperatief
- jij keep in
- jullie keept in