Vervoeging van inpakken
Onbepaalde wijs (infinitief): inpakken
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik pak in
- jij pakt in
- hij/zij/het pakt in
- wij pakken in
- jullie pakken in
- zij pakken in
Indicativo presente
- yo absorbo
- tú absorbes
- él/ella absorbe
- nosotros absorbemos
- vosotros absorbéis
- ellos/ellas absorben
Onvoltooid verleden tijd
- ik pakte in
- jij pakte in
- hij/zij/het pakte in
- wij pakten in
- jullie pakten in
- zij pakten in
Indefinido
- yo absorbí
- tú absorbiste
- él/ella absorbió
- nosotros absorbimos
- vosotros absorbisteis
- ellos/ellas absorbieron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingepakt
- jij hebt ingepakt
- hij/zij/het heeft ingepakt
- wij hebben ingepakt
- jullie hebben ingepakt
- zij hebben ingepakt
Pretérito perfecto compuesto
- yo he absorbido
- tú has absorbido
- él/ella ha absorbido
- nosotros hemos absorbido
- vosotros habéis absorbido
- ellos/ellas han absorbido
Voltooid verleden tijd
- ik had ingepakt
- jij had ingepakt
- hij/zij/het had ingepakt
- wij hadden ingepakt
- jullie hadden ingepakt
- zij hadden ingepakt
Pluscuamperfecto
- yo había absorbido
- tú habías absorbido
- él/ella había absorbido
- nosotros habíamos absorbido
- vosotros habíais absorbido
- ellos/ellas habían absorbido
Toekomende tijd I
- ik zal inpakken
- jij zult inpakken
- hij/zij/het zal inpakken
- wij zullen inpakken
- jullie zullen inpakken
- zij zullen inpakken
Futuro I
- yo absorberé
- tú absorberás
- él/ella absorberá
- nosotros absorberemos
- vosotros absorberéis
- ellos/ellas absorberán
Toekomende tijd II
- ik zal ingepakt hebben
- jij zult ingepakt hebben
- hij/zij/het zal ingepakt hebben
- wij zullen ingepakt hebben
- jullie zullen ingepakt hebben
- zij zullen ingepakt hebben
Futuro perfecto
- yo habré absorbido
- tú habrás absorbido
- él/ella habrá absorbido
- nosotros habremos absorbido
- vosotros habréis absorbido
- ellos/ellas habrán absorbido
Conditionalis I
- ik zou inpakken
- jij zou inpakken
- hij/zij/het zou inpakken
- wij zouden inpakken
- jullie zouden inpakken
- zij zouden inpakken
Condicional
- yo absorbería
- tú absorberías
- él/ella absorbería
- nosotros absorberíamos
- vosotros absorberíais
- ellos/ellas absorberían
Conditionalis II
- ik zou hebben ingepakt
- jij zou hebben ingepakt
- hij/zij/het zou hebben ingepakt
- wij zouden hebben ingepakt
- jullie zouden hebben ingepakt
- zij zouden hebben ingepakt
Condicional perfecto
- yo habría absorbido
- tú habrías absorbido
- él/ella habría absorbido
- nosotros habríamos absorbido
- vosotros habríais absorbido
- ellos/ellas habrían absorbido
Imperatief
- jij pak in
- jullie pakt in
Imperativo presente
- tú absorbe
- vosotros absorbed