Vervoeging van inpalmen

Vertaling: assorbire

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik palm in
  • jij palmt in
  • hij/zij/het palmt in
  • wij palmen in
  • jullie palmen in
  • zij palmen in

Presente

  • io assorbo
  • tu assorbi
  • lui/lei/Lei assorbe
  • noi assorbiamo
  • voi/Voi assorbite
  • loro/Loro assorbono

Onvoltooid verleden tijd

  • ik palmde in
  • jij palmde in
  • hij/zij/het palmde in
  • wij palmden in
  • jullie palmden in
  • zij palmden in

Imperfetto

  • io assorbivo
  • tu assorbivi
  • lui/lei/Lei assorbiva
  • noi assorbivamo
  • voi/Voi assorbivate
  • loro/Loro assorbivano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ingepalmd
  • jij hebt ingepalmd
  • hij/zij/het heeft ingepalmd
  • wij hebben ingepalmd
  • jullie hebben ingepalmd
  • zij hebben ingepalmd

Passato prossimo

  • io ho assorbito
  • tu hai assorbito
  • lui/lei/Lei ha assorbito
  • noi abbiamo assorbito
  • voi/Voi avete assorbito
  • loro/Loro hanno assorbito

Voltooid verleden tijd

  • ik had ingepalmd
  • jij had ingepalmd
  • hij/zij/het had ingepalmd
  • wij hadden ingepalmd
  • jullie hadden ingepalmd
  • zij hadden ingepalmd

Trapassato prossimo

  • io avevo assorbito
  • tu avevi assorbito
  • lui/lei/Lei aveva assorbito
  • noi avevamo assorbito
  • voi/Voi avevate assorbito
  • loro/Loro avevano assorbito

Toekomende tijd I

  • ik zal inpalmen
  • jij zult inpalmen
  • hij/zij/het zal inpalmen
  • wij zullen inpalmen
  • jullie zullen inpalmen
  • zij zullen inpalmen

Futuro semplice

  • io assorbirò
  • tu assorbirai
  • lui/lei/Lei assorbirà
  • noi assorbiremo
  • voi/Voi assorbirete
  • loro/Loro assorbiranno

Toekomende tijd II

  • ik zal ingepalmd hebben
  • jij zult ingepalmd hebben
  • hij/zij/het zal ingepalmd hebben
  • wij zullen ingepalmd hebben
  • jullie zullen ingepalmd hebben
  • zij zullen ingepalmd hebben

Futuro anteriore

  • io avrò assorbito
  • tu avrai assorbito
  • lui/lei/Lei avrà assorbito
  • noi avremo assorbito
  • voi/Voi avrete assorbito
  • loro/Loro avranno assorbito

Conditionalis I

  • ik zou inpalmen
  • jij zou inpalmen
  • hij/zij/het zou inpalmen
  • wij zouden inpalmen
  • jullie zouden inpalmen
  • zij zouden inpalmen

Condizionale presente

  • io assorbirei
  • tu assorbiresti
  • lui/lei/Lei assorbirebbe
  • noi assorbiremmo
  • voi/Voi assorbireste
  • loro/Loro assorbirebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben ingepalmd
  • jij zou hebben ingepalmd
  • hij/zij/het zou hebben ingepalmd
  • wij zouden hebben ingepalmd
  • jullie zouden hebben ingepalmd
  • zij zouden hebben ingepalmd

Condizionale passato

  • io avrei assorbito
  • tu avresti assorbito
  • lui/lei/Lei avrebbe assorbito
  • noi avremmo assorbito
  • voi/Voi avreste assorbito
  • loro/Loro avrebbero assorbito

Imperatief

  • jij palm in
  • jullie palmt in

Imperativo

  • tu assorbi
  • voi/Voi assorbite

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van inpalmen