Vervoeging van inpennen
Onbepaalde wijs (infinitief): inpennen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik pen in
- jij pent in
- hij/zij/het pent in
- wij pennen in
- jullie pennen in
- zij pennen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik pende in
- jij pende in
- hij/zij/het pende in
- wij penden in
- jullie penden in
- zij penden in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingepend
- jij hebt ingepend
- hij/zij/het heeft ingepend
- wij hebben ingepend
- jullie hebben ingepend
- zij hebben ingepend
Voltooid verleden tijd
- ik had ingepend
- jij had ingepend
- hij/zij/het had ingepend
- wij hadden ingepend
- jullie hadden ingepend
- zij hadden ingepend
Toekomende tijd I
- ik zal inpennen
- jij zult inpennen
- hij/zij/het zal inpennen
- wij zullen inpennen
- jullie zullen inpennen
- zij zullen inpennen
Toekomende tijd II
- ik zal ingepend hebben
- jij zult ingepend hebben
- hij/zij/het zal ingepend hebben
- wij zullen ingepend hebben
- jullie zullen ingepend hebben
- zij zullen ingepend hebben
Conditionalis I
- ik zou inpennen
- jij zou inpennen
- hij/zij/het zou inpennen
- wij zouden inpennen
- jullie zouden inpennen
- zij zouden inpennen
Conditionalis II
- ik zou hebben ingepend
- jij zou hebben ingepend
- hij/zij/het zou hebben ingepend
- wij zouden hebben ingepend
- jullie zouden hebben ingepend
- zij zouden hebben ingepend
Imperatief
- jij pen in
- jullie pent in