Vervoeging van inseinen
Onbepaalde wijs (infinitief): inseinen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sein in
- jij seint in
- hij/zij/het seint in
- wij seinen in
- jullie seinen in
- zij seinen in
Present
- I tip
- you tip
- he/she/it tips
- we tip
- you tip
- they tip
Onvoltooid verleden tijd
- ik seinde in
- jij seinde in
- hij/zij/het seinde in
- wij seinden in
- jullie seinden in
- zij seinden in
Simple past
- I tipped
- you tipped
- he/she/it tipped
- we tipped
- you tipped
- they tipped
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingeseind
- jij hebt ingeseind
- hij/zij/het heeft ingeseind
- wij hebben ingeseind
- jullie hebben ingeseind
- zij hebben ingeseind
Present perfect
- I have tipped
- you have tipped
- he/she/it has tipped
- we have tipped
- you have tipped
- they have tipped
Voltooid verleden tijd
- ik had ingeseind
- jij had ingeseind
- hij/zij/het had ingeseind
- wij hadden ingeseind
- jullie hadden ingeseind
- zij hadden ingeseind
Past perfect
- I had tipped
- you had tipped
- he/she/it had tipped
- we had tipped
- you had tipped
- they had tipped
Toekomende tijd I
- ik zal inseinen
- jij zult inseinen
- hij/zij/het zal inseinen
- wij zullen inseinen
- jullie zullen inseinen
- zij zullen inseinen
Future
- I will tip
- you will tip
- he/she/it will tip
- we will tip
- you will tip
- they will tip
Toekomende tijd II
- ik zal ingeseind hebben
- jij zult ingeseind hebben
- hij/zij/het zal ingeseind hebben
- wij zullen ingeseind hebben
- jullie zullen ingeseind hebben
- zij zullen ingeseind hebben
Future perfect
- I will have tipped
- you will have tipped
- he/she/it will have tipped
- we will have tipped
- you will have tipped
- they will have tipped
Conditionalis I
- ik zou inseinen
- jij zou inseinen
- hij/zij/het zou inseinen
- wij zouden inseinen
- jullie zouden inseinen
- zij zouden inseinen
Conditional present
- I would tip
- you would tip
- he/she/it would tip
- we would tip
- you would tip
- they would tip
Conditionalis II
- ik zou hebben ingeseind
- jij zou hebben ingeseind
- hij/zij/het zou hebben ingeseind
- wij zouden hebben ingeseind
- jullie zouden hebben ingeseind
- zij zouden hebben ingeseind
Conditional perfect
- I would have tipped
- you would have tipped
- he/she/it would have tipped
- we would have tipped
- you would have tipped
- they would have tipped
Imperatief
- jij sein in
- jullie seint in
Imperative
- you tip
- you tip