Vervoeging van insjouwen
Onbepaalde wijs (infinitief): insjouwen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sjouw in
- jij sjouwt in
- hij/zij/het sjouwt in
- wij sjouwen in
- jullie sjouwen in
- zij sjouwen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik sjouwde in
- jij sjouwde in
- hij/zij/het sjouwde in
- wij sjouwden in
- jullie sjouwden in
- zij sjouwden in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingesjouwd
- jij hebt ingesjouwd
- hij/zij/het heeft ingesjouwd
- wij hebben ingesjouwd
- jullie hebben ingesjouwd
- zij hebben ingesjouwd
Voltooid verleden tijd
- ik had ingesjouwd
- jij had ingesjouwd
- hij/zij/het had ingesjouwd
- wij hadden ingesjouwd
- jullie hadden ingesjouwd
- zij hadden ingesjouwd
Toekomende tijd I
- ik zal insjouwen
- jij zult insjouwen
- hij/zij/het zal insjouwen
- wij zullen insjouwen
- jullie zullen insjouwen
- zij zullen insjouwen
Toekomende tijd II
- ik zal ingesjouwd hebben
- jij zult ingesjouwd hebben
- hij/zij/het zal ingesjouwd hebben
- wij zullen ingesjouwd hebben
- jullie zullen ingesjouwd hebben
- zij zullen ingesjouwd hebben
Conditionalis I
- ik zou insjouwen
- jij zou insjouwen
- hij/zij/het zou insjouwen
- wij zouden insjouwen
- jullie zouden insjouwen
- zij zouden insjouwen
Conditionalis II
- ik zou hebben ingesjouwd
- jij zou hebben ingesjouwd
- hij/zij/het zou hebben ingesjouwd
- wij zouden hebben ingesjouwd
- jullie zouden hebben ingesjouwd
- zij zouden hebben ingesjouwd
Imperatief
- jij sjouw in
- jullie sjouwt in