Vervoeging van instinken
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het stinkt in
- zij stinken in
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het stonk in
- zij stonken in
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is ingestonken
- zij zijn ingestonken
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was ingestonken
- zij waren ingestonken
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal instinken
- zij zult instinken
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal ingestonken zijn
- zij zult ingestonken zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal instinken
- zij zullen instinken
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn ingestonken
- zij zullen zijn ingestonken