Vervoeging van instomen
Onbepaalde wijs (infinitief): instomen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stoom in
- jij stoomt in
- hij/zij/het stoomt in
- wij stomen in
- jullie stomen in
- zij stomen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik stoomde in
- jij stoomde in
- hij/zij/het stoomde in
- wij stoomden in
- jullie stoomden in
- zij stoomden in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben ingestoomd
- jij bent ingestoomd
- hij/zij/het is ingestoomd
- wij zijn ingestoomd
- jullie zijn ingestoomd
- zij zijn ingestoomd
Voltooid verleden tijd
- ik was ingestoomd
- jij was ingestoomd
- hij/zij/het was ingestoomd
- wij waren ingestoomd
- jullie waren ingestoomd
- zij waren ingestoomd
Toekomende tijd I
- ik zal instomen
- jij zult instomen
- hij/zij/het zal instomen
- wij zullen instomen
- jullie zullen instomen
- zij zullen instomen
Toekomende tijd II
- ik zal ingestoomd zijn
- jij zult ingestoomd zijn
- hij/zij/het zal ingestoomd zijn
- wij zullen ingestoomd zijn
- jullie zullen ingestoomd zijn
- zij zullen ingestoomd zijn
Conditionalis I
- ik zou instomen
- jij zou instomen
- hij/zij/het zou instomen
- wij zouden instomen
- jullie zouden instomen
- zij zouden instomen
Conditionalis II
- ik zou zijn ingestoomd
- jij zou zijn ingestoomd
- hij/zij/het zou zijn ingestoomd
- wij zouden zijn ingestoomd
- jullie zouden zijn ingestoomd
- zij zouden zijn ingestoomd
Imperatief
- jij stoom in
- jullie stoomt in