Vervoeging van intapen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik tape in
- jij tapet in
- hij/zij/het tapet in
- wij tapen in
- jullie tapen in
- zij tapen in
Onvoltooid verleden tijd
- ik tapete in
- jij tapete in
- hij/zij/het tapete in
- wij tapeten in
- jullie tapeten in
- zij tapeten in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingetapet
- jij hebt ingetapet
- hij/zij/het heeft ingetapet
- wij hebben ingetapet
- jullie hebben ingetapet
- zij hebben ingetapet
Voltooid verleden tijd
- ik had ingetapet
- jij had ingetapet
- hij/zij/het had ingetapet
- wij hadden ingetapet
- jullie hadden ingetapet
- zij hadden ingetapet
Toekomende tijd I
- ik zal intapen
- jij zult intapen
- hij/zij/het zal intapen
- wij zullen intapen
- jullie zullen intapen
- zij zullen intapen
Toekomende tijd II
- ik zal ingetapet hebben
- jij zult ingetapet hebben
- hij/zij/het zal ingetapet hebben
- wij zullen ingetapet hebben
- jullie zullen ingetapet hebben
- zij zullen ingetapet hebben
Conditionalis I
- ik zou intapen
- jij zou intapen
- hij/zij/het zou intapen
- wij zouden intapen
- jullie zouden intapen
- zij zouden intapen
Conditionalis II
- ik zou hebben ingetapet
- jij zou hebben ingetapet
- hij/zij/het zou hebben ingetapet
- wij zouden hebben ingetapet
- jullie zouden hebben ingetapet
- zij zouden hebben ingetapet
Imperatief
- jij tape in
- jullie tapet in