Vervoeging van kalefateren
Onbepaalde wijs (infinitief): kalefateren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kalefater
- jij kalefatert
- hij/zij/het kalefatert
- wij kalefateren
- jullie kalefateren
- zij kalefateren
Onvoltooid verleden tijd
- ik kalefaterde
- jij kalefaterde
- hij/zij/het kalefaterde
- wij kalefaterden
- jullie kalefaterden
- zij kalefaterden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekalefaterd
- jij hebt gekalefaterd
- hij/zij/het heeft gekalefaterd
- wij hebben gekalefaterd
- jullie hebben gekalefaterd
- zij hebben gekalefaterd
Voltooid verleden tijd
- ik had gekalefaterd
- jij had gekalefaterd
- hij/zij/het had gekalefaterd
- wij hadden gekalefaterd
- jullie hadden gekalefaterd
- zij hadden gekalefaterd
Toekomende tijd I
- ik zal kalefateren
- jij zult kalefateren
- hij/zij/het zal kalefateren
- wij zullen kalefateren
- jullie zullen kalefateren
- zij zullen kalefateren
Toekomende tijd II
- ik zal gekalefaterd hebben
- jij zult gekalefaterd hebben
- hij/zij/het zal gekalefaterd hebben
- wij zullen gekalefaterd hebben
- jullie zullen gekalefaterd hebben
- zij zullen gekalefaterd hebben
Conditionalis I
- ik zou kalefateren
- jij zou kalefateren
- hij/zij/het zou kalefateren
- wij zouden kalefateren
- jullie zouden kalefateren
- zij zouden kalefateren
Conditionalis II
- ik zou hebben gekalefaterd
- jij zou hebben gekalefaterd
- hij/zij/het zou hebben gekalefaterd
- wij zouden hebben gekalefaterd
- jullie zouden hebben gekalefaterd
- zij zouden hebben gekalefaterd
Imperatief
- jij kalefater
- jullie kalefatert