Vervoeging van kannibaliseren

Onbepaalde wijs (infinitief): kannibaliseren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik kannibaliseer
    • jij kannibaliseert
    • hij/zij/het kannibaliseert
    • wij kannibaliseren
    • jullie kannibaliseren
    • zij kannibaliseren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik kannibaliseerde
    • jij kannibaliseerde
    • hij/zij/het kannibaliseerde
    • wij kannibaliseerden
    • jullie kannibaliseerden
    • zij kannibaliseerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gekannibaliseerd
    • jij hebt gekannibaliseerd
    • hij/zij/het heeft gekannibaliseerd
    • wij hebben gekannibaliseerd
    • jullie hebben gekannibaliseerd
    • zij hebben gekannibaliseerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gekannibaliseerd
    • jij had gekannibaliseerd
    • hij/zij/het had gekannibaliseerd
    • wij hadden gekannibaliseerd
    • jullie hadden gekannibaliseerd
    • zij hadden gekannibaliseerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal kannibaliseren
    • jij zult kannibaliseren
    • hij/zij/het zal kannibaliseren
    • wij zullen kannibaliseren
    • jullie zullen kannibaliseren
    • zij zullen kannibaliseren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gekannibaliseerd hebben
    • jij zult gekannibaliseerd hebben
    • hij/zij/het zal gekannibaliseerd hebben
    • wij zullen gekannibaliseerd hebben
    • jullie zullen gekannibaliseerd hebben
    • zij zullen gekannibaliseerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou kannibaliseren
    • jij zou kannibaliseren
    • hij/zij/het zou kannibaliseren
    • wij zouden kannibaliseren
    • jullie zouden kannibaliseren
    • zij zouden kannibaliseren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gekannibaliseerd
    • jij zou hebben gekannibaliseerd
    • hij/zij/het zou hebben gekannibaliseerd
    • wij zouden hebben gekannibaliseerd
    • jullie zouden hebben gekannibaliseerd
    • zij zouden hebben gekannibaliseerd
  • Imperatief

    • jij kannibaliseer
    • jullie kannibaliseert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van kannibaliseren