Vervoeging van klasseren
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik klasseer
- jij klasseert
- hij/zij/het klasseert
- wij klasseren
- jullie klasseren
- zij klasseren
Onvoltooid verleden tijd
- ik klasseerde
- jij klasseerde
- hij/zij/het klasseerde
- wij klasseerden
- jullie klasseerden
- zij klasseerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geklasseerd
- jij hebt geklasseerd
- hij/zij/het heeft geklasseerd
- wij hebben geklasseerd
- jullie hebben geklasseerd
- zij hebben geklasseerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geklasseerd
- jij had geklasseerd
- hij/zij/het had geklasseerd
- wij hadden geklasseerd
- jullie hadden geklasseerd
- zij hadden geklasseerd
Toekomende tijd I
- ik zal klasseren
- jij zult klasseren
- hij/zij/het zal klasseren
- wij zullen klasseren
- jullie zullen klasseren
- zij zullen klasseren
Toekomende tijd II
- ik zal geklasseerd hebben
- jij zult geklasseerd hebben
- hij/zij/het zal geklasseerd hebben
- wij zullen geklasseerd hebben
- jullie zullen geklasseerd hebben
- zij zullen geklasseerd hebben
Conditionalis I
- ik zou klasseren
- jij zou klasseren
- hij/zij/het zou klasseren
- wij zouden klasseren
- jullie zouden klasseren
- zij zouden klasseren
Conditionalis II
- ik zou hebben geklasseerd
- jij zou hebben geklasseerd
- hij/zij/het zou hebben geklasseerd
- wij zouden hebben geklasseerd
- jullie zouden hebben geklasseerd
- zij zouden hebben geklasseerd
Imperatief
- jij klasseer
- jullie klasseert