Vervoeging van kolken
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het kolkt
- zij kolken
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het kolkte
- zij kolkten
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gekolkt
- zij hebben gekolkt
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gekolkt
- zij hadden gekolkt
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal kolken
- zij zult kolken
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gekolkt hebben
- zij zult gekolkt hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal kolken
- zij zullen kolken
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gekolkt
- zij zullen hebben gekolkt