Vervoeging van konfijten
Onbepaalde wijs (infinitief): konfijten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik konfijt
- jij konfijt
- hij/zij/het konfijt
- wij konfijten
- jullie konfijten
- zij konfijten
Present
- I preserve
- you preserve
- he/she/it preserves
- we preserve
- you preserve
- they preserve
Onvoltooid verleden tijd
- ik konfijtte
- jij konfijtte
- hij/zij/het konfijtte
- wij konfijtten
- jullie konfijtten
- zij konfijtten
Simple past
- I preserved
- you preserved
- he/she/it preserved
- we preserved
- you preserved
- they preserved
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekonfijt
- jij hebt gekonfijt
- hij/zij/het heeft gekonfijt
- wij hebben gekonfijt
- jullie hebben gekonfijt
- zij hebben gekonfijt
Present perfect
- I have preserved
- you have preserved
- he/she/it has preserved
- we have preserved
- you have preserved
- they have preserved
Voltooid verleden tijd
- ik had gekonfijt
- jij had gekonfijt
- hij/zij/het had gekonfijt
- wij hadden gekonfijt
- jullie hadden gekonfijt
- zij hadden gekonfijt
Past perfect
- I had preserved
- you had preserved
- he/she/it had preserved
- we had preserved
- you had preserved
- they had preserved
Toekomende tijd I
- ik zal konfijten
- jij zult konfijten
- hij/zij/het zal konfijten
- wij zullen konfijten
- jullie zullen konfijten
- zij zullen konfijten
Future
- I will preserve
- you will preserve
- he/she/it will preserve
- we will preserve
- you will preserve
- they will preserve
Toekomende tijd II
- ik zal gekonfijt hebben
- jij zult gekonfijt hebben
- hij/zij/het zal gekonfijt hebben
- wij zullen gekonfijt hebben
- jullie zullen gekonfijt hebben
- zij zullen gekonfijt hebben
Future perfect
- I will have preserved
- you will have preserved
- he/she/it will have preserved
- we will have preserved
- you will have preserved
- they will have preserved
Conditionalis I
- ik zou konfijten
- jij zou konfijten
- hij/zij/het zou konfijten
- wij zouden konfijten
- jullie zouden konfijten
- zij zouden konfijten
Conditional present
- I would preserve
- you would preserve
- he/she/it would preserve
- we would preserve
- you would preserve
- they would preserve
Conditionalis II
- ik zou hebben gekonfijt
- jij zou hebben gekonfijt
- hij/zij/het zou hebben gekonfijt
- wij zouden hebben gekonfijt
- jullie zouden hebben gekonfijt
- zij zouden hebben gekonfijt
Conditional perfect
- I would have preserved
- you would have preserved
- he/she/it would have preserved
- we would have preserved
- you would have preserved
- they would have preserved
Imperatief
- jij konfijt
- jullie konfijt
Imperative
- you preserve
- you preserve