Vervoeging van kozen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik koos
- jij koost
- hij/zij/het koost
- wij kozen
- jullie kozen
- zij kozen
Present
- I caress
- you caress
- he/she/it caresses
- we caress
- you caress
- they caress
Onvoltooid verleden tijd
- ik koosde
- jij koosde
- hij/zij/het koosde
- wij koosden
- jullie koosden
- zij koosden
Simple past
- I caressed
- you caressed
- he/she/it caressed
- we caressed
- you caressed
- they caressed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekoosd
- jij hebt gekoosd
- hij/zij/het heeft gekoosd
- wij hebben gekoosd
- jullie hebben gekoosd
- zij hebben gekoosd
Present perfect
- I have caressed
- you have caressed
- he/she/it has caressed
- we have caressed
- you have caressed
- they have caressed
Voltooid verleden tijd
- ik had gekoosd
- jij had gekoosd
- hij/zij/het had gekoosd
- wij hadden gekoosd
- jullie hadden gekoosd
- zij hadden gekoosd
Past perfect
- I had caressed
- you had caressed
- he/she/it had caressed
- we had caressed
- you had caressed
- they had caressed
Toekomende tijd I
- ik zal kozen
- jij zult kozen
- hij/zij/het zal kozen
- wij zullen kozen
- jullie zullen kozen
- zij zullen kozen
Future
- I will caress
- you will caress
- he/she/it will caress
- we will caress
- you will caress
- they will caress
Toekomende tijd II
- ik zal gekoosd hebben
- jij zult gekoosd hebben
- hij/zij/het zal gekoosd hebben
- wij zullen gekoosd hebben
- jullie zullen gekoosd hebben
- zij zullen gekoosd hebben
Future perfect
- I will have caressed
- you will have caressed
- he/she/it will have caressed
- we will have caressed
- you will have caressed
- they will have caressed
Conditionalis I
- ik zou kozen
- jij zou kozen
- hij/zij/het zou kozen
- wij zouden kozen
- jullie zouden kozen
- zij zouden kozen
Conditional present
- I would caress
- you would caress
- he/she/it would caress
- we would caress
- you would caress
- they would caress
Conditionalis II
- ik zou hebben gekoosd
- jij zou hebben gekoosd
- hij/zij/het zou hebben gekoosd
- wij zouden hebben gekoosd
- jullie zouden hebben gekoosd
- zij zouden hebben gekoosd
Conditional perfect
- I would have caressed
- you would have caressed
- he/she/it would have caressed
- we would have caressed
- you would have caressed
- they would have caressed
Imperatief
- jij koos
- jullie koost
Imperative
- you caress
- you caress