Vervoeging van lazerstralen
Onbepaalde wijs (infinitief): lazerstralen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lazerstraal
- jij lazerstraalt
- hij/zij/het lazerstraalt
- wij lazerstralen
- jullie lazerstralen
- zij lazerstralen
Present
- I annoy
- you annoy
- he/she/it annoys
- we annoy
- you annoy
- they annoy
Onvoltooid verleden tijd
- ik lazerstraalde
- jij lazerstraalde
- hij/zij/het lazerstraalde
- wij lazerstraalden
- jullie lazerstraalden
- zij lazerstraalden
Simple past
- I annoyed
- you annoyed
- he/she/it annoyed
- we annoyed
- you annoyed
- they annoyed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gelazerstraald
- jij hebt gelazerstraald
- hij/zij/het heeft gelazerstraald
- wij hebben gelazerstraald
- jullie hebben gelazerstraald
- zij hebben gelazerstraald
Present perfect
- I have annoyed
- you have annoyed
- he/she/it has annoyed
- we have annoyed
- you have annoyed
- they have annoyed
Voltooid verleden tijd
- ik had gelazerstraald
- jij had gelazerstraald
- hij/zij/het had gelazerstraald
- wij hadden gelazerstraald
- jullie hadden gelazerstraald
- zij hadden gelazerstraald
Past perfect
- I had annoyed
- you had annoyed
- he/she/it had annoyed
- we had annoyed
- you had annoyed
- they had annoyed
Toekomende tijd I
- ik zal lazerstralen
- jij zult lazerstralen
- hij/zij/het zal lazerstralen
- wij zullen lazerstralen
- jullie zullen lazerstralen
- zij zullen lazerstralen
Future
- I will annoy
- you will annoy
- he/she/it will annoy
- we will annoy
- you will annoy
- they will annoy
Toekomende tijd II
- ik zal gelazerstraald hebben
- jij zult gelazerstraald hebben
- hij/zij/het zal gelazerstraald hebben
- wij zullen gelazerstraald hebben
- jullie zullen gelazerstraald hebben
- zij zullen gelazerstraald hebben
Future perfect
- I will have annoyed
- you will have annoyed
- he/she/it will have annoyed
- we will have annoyed
- you will have annoyed
- they will have annoyed
Conditionalis I
- ik zou lazerstralen
- jij zou lazerstralen
- hij/zij/het zou lazerstralen
- wij zouden lazerstralen
- jullie zouden lazerstralen
- zij zouden lazerstralen
Conditional present
- I would annoy
- you would annoy
- he/she/it would annoy
- we would annoy
- you would annoy
- they would annoy
Conditionalis II
- ik zou hebben gelazerstraald
- jij zou hebben gelazerstraald
- hij/zij/het zou hebben gelazerstraald
- wij zouden hebben gelazerstraald
- jullie zouden hebben gelazerstraald
- zij zouden hebben gelazerstraald
Conditional perfect
- I would have annoyed
- you would have annoyed
- he/she/it would have annoyed
- we would have annoyed
- you would have annoyed
- they would have annoyed
Imperatief
- jij lazerstraal
- jullie lazerstraalt
Imperative
- you annoy
- you annoy