Vervoeging van ledigen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ledig
- jij ledigt
- hij/zij/het ledigt
- wij ledigen
- jullie ledigen
- zij ledigen
Onvoltooid verleden tijd
- ik ledigde
- jij ledigde
- hij/zij/het ledigde
- wij ledigden
- jullie ledigden
- zij ledigden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geledigd
- jij hebt geledigd
- hij/zij/het heeft geledigd
- wij hebben geledigd
- jullie hebben geledigd
- zij hebben geledigd
Voltooid verleden tijd
- ik had geledigd
- jij had geledigd
- hij/zij/het had geledigd
- wij hadden geledigd
- jullie hadden geledigd
- zij hadden geledigd
Toekomende tijd I
- ik zal ledigen
- jij zult ledigen
- hij/zij/het zal ledigen
- wij zullen ledigen
- jullie zullen ledigen
- zij zullen ledigen
Toekomende tijd II
- ik zal geledigd hebben
- jij zult geledigd hebben
- hij/zij/het zal geledigd hebben
- wij zullen geledigd hebben
- jullie zullen geledigd hebben
- zij zullen geledigd hebben
Conditionalis I
- ik zou ledigen
- jij zou ledigen
- hij/zij/het zou ledigen
- wij zouden ledigen
- jullie zouden ledigen
- zij zouden ledigen
Conditionalis II
- ik zou hebben geledigd
- jij zou hebben geledigd
- hij/zij/het zou hebben geledigd
- wij zouden hebben geledigd
- jullie zouden hebben geledigd
- zij zouden hebben geledigd
Imperatief
- jij ledig
- jullie ledigt