Vervoeging van leegstorten
Onbepaalde wijs (infinitief): leegstorten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stort leeg
- jij stort leeg
- hij/zij/het stort leeg
- wij storten leeg
- jullie storten leeg
- zij storten leeg
Onvoltooid verleden tijd
- ik stortte leeg
- jij stortte leeg
- hij/zij/het stortte leeg
- wij stortten leeg
- jullie stortten leeg
- zij stortten leeg
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb leeggestort
- jij hebt leeggestort
- hij/zij/het heeft leeggestort
- wij hebben leeggestort
- jullie hebben leeggestort
- zij hebben leeggestort
Voltooid verleden tijd
- ik had leeggestort
- jij had leeggestort
- hij/zij/het had leeggestort
- wij hadden leeggestort
- jullie hadden leeggestort
- zij hadden leeggestort
Toekomende tijd I
- ik zal leegstorten
- jij zult leegstorten
- hij/zij/het zal leegstorten
- wij zullen leegstorten
- jullie zullen leegstorten
- zij zullen leegstorten
Toekomende tijd II
- ik zal leeggestort hebben
- jij zult leeggestort hebben
- hij/zij/het zal leeggestort hebben
- wij zullen leeggestort hebben
- jullie zullen leeggestort hebben
- zij zullen leeggestort hebben
Conditionalis I
- ik zou leegstorten
- jij zou leegstorten
- hij/zij/het zou leegstorten
- wij zouden leegstorten
- jullie zouden leegstorten
- zij zouden leegstorten
Conditionalis II
- ik zou hebben leeggestort
- jij zou hebben leeggestort
- hij/zij/het zou hebben leeggestort
- wij zouden hebben leeggestort
- jullie zouden hebben leeggestort
- zij zouden hebben leeggestort
Imperatief
- jij stort leeg
- jullie stort leeg