Vervoeging van leegzuigen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zuig leeg
- jij zuigt leeg
- hij/zij/het zuigt leeg
- wij zuigen leeg
- jullie zuigen leeg
- zij zuigen leeg
Onvoltooid verleden tijd
- ik zoog leeg
- jij zoog leeg
- hij/zij/het zoog leeg
- wij zogen leeg
- jullie zogen leeg
- zij zogen leeg
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb leeggezogen
- jij hebt leeggezogen
- hij/zij/het heeft leeggezogen
- wij hebben leeggezogen
- jullie hebben leeggezogen
- zij hebben leeggezogen
Voltooid verleden tijd
- ik had leeggezogen
- jij had leeggezogen
- hij/zij/het had leeggezogen
- wij hadden leeggezogen
- jullie hadden leeggezogen
- zij hadden leeggezogen
Toekomende tijd I
- ik zal leegzuigen
- jij zult leegzuigen
- hij/zij/het zal leegzuigen
- wij zullen leegzuigen
- jullie zullen leegzuigen
- zij zullen leegzuigen
Toekomende tijd II
- ik zal leeggezogen hebben
- jij zult leeggezogen hebben
- hij/zij/het zal leeggezogen hebben
- wij zullen leeggezogen hebben
- jullie zullen leeggezogen hebben
- zij zullen leeggezogen hebben
Conditionalis I
- ik zou leegzuigen
- jij zou leegzuigen
- hij/zij/het zou leegzuigen
- wij zouden leegzuigen
- jullie zouden leegzuigen
- zij zouden leegzuigen
Conditionalis II
- ik zou hebben leeggezogen
- jij zou hebben leeggezogen
- hij/zij/het zou hebben leeggezogen
- wij zouden hebben leeggezogen
- jullie zouden hebben leeggezogen
- zij zouden hebben leeggezogen
Imperatief
- jij zuig leeg
- jullie zuigt leeg